'Jawel, was het antwoord een kleine
kolenschop van achter z'n rug halende
maar hier kan ik niets mee beginnen.'
'Nee dat gaat niet.'
'Nu, ga dan maar met mij mee dan
kun je aardappels uitzoeken.'
En even later was hij druk aan het
aardappels schiften. Maar telkens noemde hij
bij iedere aardappel een van de volgende personen
op: Roosevelt, Churchill, Stalin.
Waarom zo vroeg de Duitsers noem je tel-
kens de namen van onze grootste
vijanden, waarom zeg je nooit eens
van Hitler, hij is toch onze Führer
en de grootste Germaan aller Germanen!
'Ja, was het laconieke antwoord het
spijt me, maar zo'n rottige heb ik er
nog nooit tussen gevonden!'